Opinie: Witte vertaler voor poëzie van Gorman gaat niet over literatuur, maar over macht

Literatuur of geen literatuur, is niet de kwestie bij de vertaling van Amanda Gorman. Het gaat om macht. En niet alles moet je willen ‘witwassen’.

Wat interessant dat zoveel mensen verontwaardigd in de pen klimmen om Janice Deul in te wrijven op welke manier zij inclusie wél dient te begrijpen. En wat zou het fijn zijn als evenveel vurige verontwaardiging zou worden opgebracht bij regelrechte discriminatoire uitspraken in het publieke domein, of bij het hagelwit houden van bijvoorbeeld uitgeverijen of de kaste der voetbalcoaches. Daarvoor is immers in deze tijd voldoende aanleiding te vinden.

Maar nee. Het artikel van Janice Deul brengt een onberedeneerde woede teweeg, niet geheel toevallig vooral bij witte mensen. Die woede treffen we onverbloemd aan in het stuk van Wilma de Rek. Het gaat om een serieuze en gevoelige materie waarover we met elkaar het gesprek moeten voeren. Een gesprek dat nog maar net is begonnen.

Inclusief

De Rek citeert uit The hill we climb om te betogen dat het debat over gevolgen van misstanden als slavernij, vrouwenmishandeling en homo-onderdrukking zou moeten leiden tot overbrugging van verschillen, niet tot de benadrukking ervan. Maar overbruggen begint met luisteren. Oog hebben voor het specifieke verhaal van de ander, ons daarin verplaatsen en daarvoor onze verbeeldingskracht, en ons hart, gebruiken. Jezelf realiseren dat je de werkelijkheid van de ander misschien nog niet kunt begrijpen. Dat alles is nodig om een werkelijk inclusieve, respectvolle en zorgzame samenleving te worden. Dit alles is dus ook nodig om het artikel van Janice Deul te begrijpen.

De Rek vindt dat producten van de verbeeldingskracht van schrijvers altijd door alle vertalers mogen worden omgezet in een andere taal, en dat ‘verplaatsen in de ander’ de kern van literatuur is. Maar literatuur of geen literatuur, dat is niet de kwestie. In de kern gaat het hier om macht: het vanzelfsprekende voorrecht om je niet te hoeven verdiepen in de ander. In dit geval een zeer specifieke ander, want het was een apert statement van Joe Biden om een jonge zwarte vrouw op dat moment in de geschiedenis een plaats te geven. Het is dan onnadenkend om in de vertaling de hele betekenis van dat moment te laten ‘witwassen’ als er kandidaten zijn die die context, juist ook in zijn literaire betekenis, meer recht kunnen aandoen.

Commercieel argument

Janice Deul betoogt dat de uitgever niet verder keek dan zijn neus lang is. Meulenhoff heeft een microscoop op zijn eigen bekende wereld gezet, kent het talent daarbuiten niet en heeft zich daarvoor niet geïnteresseerd. Kennelijk was vooral het commerciële argument van een grote naam van belang.

Marieke Lucas Rijneveld, een onwaarschijnlijk groot talent, kent het spoken word-genre niet en beheerst naar eigen zeggen de Engelse taal slecht. De kern van de ophef is dat een wit persoon deze bijzondere en spraakmakende opdracht krijgt toebedeeld, zónder de daarvoor vereiste kwalificaties te bezitten.

Meulenhoff heeft niet gepoogd de ‘beste’ kandidaat te vinden, zoals een spoken word-talent met een goede beheersing van het Engels. Het kennen van de materie vanuit de eigen ervaringswereld (dus niet alleen: de etnische identiteit) is daarbij alleszins een pre. Dat vinden we namelijk in andere gevallen óók. Dit alles komt juist ten goede aan de artistieke kwaliteit.

Deze kwestie is voor alle partijen pijnlijk en vervelend, maar is door Deul terecht aan de kaak gesteld. Het krediet dat Rijneveld kreeg valt mensen van kleur immers zelden of nooit ten deel. Die worden überhaupt niet gezien (zoals in dit geval), of moeten overgekwalificeerd zijn om iedere twijfel aan hun kwaliteit weg te nemen. En dan nog loopt vaak de witte, minder gekwalificeerde, concurrent met de buit heen.

Sinds het jaar van George Floyd laten mensen van kleur zich luider horen, vaak met een ongemakkelijke boodschap. De witte gemeenschap reageert als door een wesp gestoken: terug in je hok! Het lijkt erop dat men inclusie omarmt, zolang deze maar niet ten koste gaat van witte mensen.