Gastcolumn Volkskrant 6 november 2022
Het kan dus wel. Maar je moet met ten minste achthonderd zijn om het te durven: tegenspraak leveren in een ambtelijke organisatie. Deze week bleek dat achthonderd Amsterdamse ambtenaren een brief hebben ondertekend waarin ze zeggen zich niet te kunnen verenigen met het klimaatbeleid van hun stad. Zij willen dat Amsterdam vooroploopt bij het vinden van oplossingen om klimaatverandering tegen te gaan.
Het Gemeentelijk Managementteam is met de ambtenaren in gesprek; de wethouder Duurzaamheid steunt de oproep.
Een hoopvol signaal in een land waarin regering en rijksoverheid een onbedaarlijke neiging aan de dag leggen om mensen die willen tegenspreken – laat staan misstanden signaleren – zo snel en adequaat mogelijk te ‘sensibiliseren’.
Klokkenluiders
Ondanks de zo fervent beleden ‘radicale cultuurverandering’ die onze premier ons na zijn dramatische ‘Nacht van Rutte’ in het vooruitzicht stelde, wijst nog niets erop dat openheid, transparantie en het intern waarderen van tegenspraak aan een opmars binnen onze overheid bezig zijn. De eerste en eenvoudigste stap zou zijn het doortastend en ruimhartig doorvoeren van de klokkenluidersregeling. Hoe lang al zijn we hiermee bezig? In 2008 pleitte Pieter van Vollenhoven als voorzitter van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid al voor een deugdelijke bescherming van klokkenluiders.
Vorige maand bleek wederom dat onze regering er niets voor voelt om die bescherming serieus te regelen. Het in de Tweede Kamer behandelde wetsvoorstel voldoet volgens Transparency International niet aan de Europese eisen en regelt twee essentiële punten niet: sancties voor werkgevers die het klokkenluiders moeilijk maken en juridische en financiële ondersteuning voor klokkenluiders.
Ik denk aan Sandra Palmen-Schlangen, de jurist die in 2017 een vernietigend advies schreef over de onrechtmatige omgang van de Belastingdienst met de Toeslagenouders. Kort daarna werd haar afdeling opgeheven en werd haar advies ‘onvindbaar’. Pierre Niessen zat twee jaar in een burn-out. Zijn meldingen over het onrechtmatig handelen van de Belastingdienst werden consequent genegeerd. Zij zijn slechts de laatste voorbeelden van de kille cultuur van een overheidsmacht die geen tegenspraak duldt. Die liever talloze mensenlevens de vernieling inrijdt dan ongelijk bekent.
Een wrakkige overheid?
Waarom deze cultuur bestaat, is de vraag. Is de overheid niet gehouden dienstbaar te zijn aan de samenleving? Moet zij niet opkomen voor rechtvaardigheid en voor gelijke behandeling van burgers? Het Toeslagenschandaal en Groningenschandaal leiden naar vragen over het functioneren van onze overheid.De Groene Amsterdammer schreef erover in De wrakkige overheid. Kustaw Bessems onderzoekt het fenomeen in zijn podcast ‘Stuurloos’. Pieter Omtzigt en Herman Tjeenk Willink legden hun zorgen vast in boeken. In zijn Herman Tjeenk Willink-lezing 2022 levert ons nationale democratische geweten een alarmerende samenvatting van de staat van onze overheid.
Daarbij komt vaak de rol van de Algemene Bestuursdienst, de ABD, naar voren. Die dienst heeft het neoliberale efficiencydenken volledig geïnternaliseerd en is zo los komen te staan van de moraliteit die de overheid hoog in het vaandel dient te dragen. Managers worden gestimuleerd snel carrière te maken in plaats van zo toegewijd mogelijk de publieke zaak te dienen. De minister uit de wind houden en problemen ‘beheersbaar’ maken gaan boven kennis hebben van, of betrokkenheid voelen bij een beleidsterrein. Woordvoerders en het bewaken van imago’s prevaleren boven de intrinsiek beleefde grondwettelijke zorg van de overheid voor de samenleving.
Dienstbaarheid en tegenspraak
Ambtenaren horen dienend te zijn: aan de bewindspersoon én aan de maatschappij. Om die dubbele dienstbaarheidsopdracht te kunnen vervullen is het kunnen tegenspreken van een bewindspersoon, van meerderen, een belangrijke competentie. En leiderschap – óók van bewindspersonen – betekent kunnen ontvangen, benutten en organiseren van tegenspraak.
Deze competenties moeten in ere worden hersteld als we een betrouwbare overheid willen die onze samenleving, en ons als burgers, dient. Zeker in een tijd die noodzakelijk en doeltreffend beleid vergt in plaats van eindeloos zoeken naar nieuwe geitenpaadjes.
Het functioneren van de Algemene Bestuursdienst moet worden onderzocht in relatie tot de democratische normen en de grondwettelijke zorg voor de samenleving. Geef klokkenluiders een rol in een vernieuwd toezicht op de ABD. En maak de competentie om tegenspraak te kunnen ontvangen én leveren tot een belangrijke wervingseis.
Het is de ambitie van onze premier dat Nederland in 2030 een land is ‘waar de rest van de wereld jaloers naar kijkt’. Dat, beste premier, begint met een betrouwbare overheid die er voor zijn burgers wil zijn, en een regering die leiderschap toont in het tegemoet treden van de toekomst. Die beleid maakt in een actieve dialoog met democratisch betrokken ambtenaren. Het moet niet nodig zijn om eerst achthonderd collega’s te verzamelen om serieus te worden genomen.